DeviceCentral

ONDERWERP KOMT VOOR IN:

Tips voor het maken van video voor mobiele apparaten

Gebruik deze tips voor het opnemen van inhoud voor mobiele apparaten:

  • Opnamen van dichtbij (close-ups) worden vaak beter weergegeven op mobiele apparaten. Probeer het onderwerp duidelijk te laten afsteken tegen de achtergrond. De kleuren en waarden van achtergrond en onderwerp moeten niet te veel op elkaar lijken.

  • Let op de belichting. Een slechte belichting levert grotere problemen op voor mobiele apparaten dan voor andere weergave-apparaten en kan ertoe leiden dat een video minder goed is te zien op kleine schermen. Houd rekening met deze beperking wanneer u opnamen maakt en aanpast.

  • Laat de videocamera niet te veel pannen of anderszins bewegen.

Gebruik de volgende tips wanneer u video-opnamen bewerkt met Adobe Premiere Pro en After Effects:

  • Stel de framesnelheid in voor de uitvoerfilm die in overeenstemming is met het uitvoerapparaat of het type uitvoer. Een commercial in After Effects kan bijvoorbeeld worden gerenderd met een snelheid van 15 fps (frames per seconde) voor distributie op mobiele apparaten, maar op een snelheid van 29,97 fps voor uitzending op de televisie. Over het algemeen wordt u aangeraden een lage framesnelheid te gebruiken. Een framesnelheid van 22 fps is een goed compromis als u de bestandsgrootte wilt beperken zonder kwaliteitsverlies.

  • Maak de film zo klein mogelijk en verwijder al het overbodige materiaal, en met name lege frames. Er kunnen allerlei bewerkingen voorafgaande aan de codering worden uitgevoerd om de bestandsgrootte te beperken. Enkele van deze bewerkingen hebben betrekking op opnametechnieken, terwijl andere (bijvoorbeeld het gebruik van hulpmiddelen voor stabilisering van bewegingen in After Effects of het toepassen van ruisonderdrukking of een vervagingseffect) taken zijn die kunnen worden uitgevoerd na de productie en die het compressiegedeelte van de encoder vergemakkelijken.

    Opmerking: Tips voor het kleiner maken van films vindt u in de online Help van After Effects en Adobe Premiere Pro.
  • Gebruik een kleurenpalet dat is afgestemd op de mobiele apparaten waarvoor de film bestemd is. Mobiele apparaten hebben over het algemeen slechts een beperkt kleurbereik. U kunt de film voorvertonen in Device Central om beter na te kunnen gaan of de kleuren optimaal zijn voor een afzonderlijk apparaat of een reeks apparaten.

  • Pas de clips aan. Weergave in grijswaarden is handig om waarden te vergelijken.

  • Gebruik de voorinstellingen die beschikbaar zijn in Adobe Media Encoder. Er zijn in Adobe Media Encoder verscheidene voorinstellingen aanwezig voor export naar mobiele 3GPP-apparaten. 3GPP-voorinstellingen zijn er in twee standaardformaten: 176 x 144 (QCIF) en 128 x 96 (Sub‑QCIF), de twee meest gebruikte 11:9-formaten. Er zijn ook een iPod-videovoorinstelling (320 x 240) en drie PlayStation Portable-voorinstellingen voor 4:3 op twee kwaliteitsniveaus en 368 x 208 voor breedbeeld beschikbaar.

  • Denk goed na over het bijsnijden van het beeld. Doorgaans wordt gewerkt met de standaard DV-projectinstellingen en bestaat de uitvoer uit een combinatie van DV, DVD, Flash, WMV en mobiele 3GPP. Gebruik de gangbare voorinstellingen, maar houd u bij de codering bezig met het verschil tussen video met een hoogte-breedteverhouding van 4:3 of 16:9 en de hoogte-breedteverhouding 11:9 van mobiele 3GPP-apparaten. Het AME-gereedschap voor het bijsnijden van beelden biedt u de mogelijkheid om een beperking in te stellen voor willekeurige proporties, zoals u dat ook kunt doen met het gereedschap Uitsnijden van Photoshop. Hiermee wordt ook de beperkende voorinstelling 11:9 toegevoegd aan de bestaande voorinstellingen 4:3 en 16:9.

  • Werk met een hoogte-breedteverhouding die consistent is met de mobiele uitvoer. Met de nieuwe projectvoorinstellingen (die alleen in Windows beschikbaar zijn) is dit heel gemakkelijk. De frameafmetingen zijn groter dan de uiteindelijke uitvoergrootte (het kan bijvoorbeeld lastig zijn om te werken met 176 x 144 bij het aanbrengen van titels), maar de hoogte-breedteverhouding van de frames komt wel overeen met die van de uiteindelijke frames. Elke Windows-projectvoorinstelling resulteert in niet-gecomprimeerde video, maar de meeste computers kunnen de gegevenssnelheid hiervan wel aan bij deze beperkte framegrootten en gehalveerde framesnelheden. (Dit proces is bedoeld voor projecten waarvan de uitvoer alleen voor mobiele apparaten is bedoeld.) De volgende twee hoogte-breedteverhoudingen worden door het merendeel van de mobiele apparaten ondersteund: 4:3 (QVGA, VGA enzovoort) en 11:9 (CIF, QCIF, Sub‑QCIF). Deze twee veelvoorkomende projectinstellingen worden meegeleverd in de map Mobile & Presets van Adobe Media Encoder.

    Opmerking: U kunt de apparaatgegevens in Device Central niet gebruiken om te bepalen hoe u een aangepaste voorinstelling moet configureren. In Device Central is geen informatie aanwezig over video- of audio-ondersteuning (framegrootten, codecs, bitsnelheden enzovoort). De informatie over framegrootte in Device Central heeft betrekking op de schermgrootte, de grootte van de achtergrond en de grootte van de schermbeveiliging, en die verschillen van de videogrootten.